Lieve iedereen,
Hoewel ik weet dat ik u nog enkele artikelen verschuldigd
ben in de reeks over mijn reis door Rusland, zou ik u nu toch graag even uitweiden
over een ander klein tot middelgroot avontuur dat ik kortgeleden heb
ondernomen. Indien u dit niet zint kan u zich in de nabije toekomst opnieuw tot
deze webpagina wenden, waar dan ongetwijfeld een artikel over de prachtige stad
Jekaterinburg op u zal staan wachten.
Ik ga er vanuit dat u een intelligent en leergierig persoon
bent, lieve lezer, met een meer dan ruime interesse in de gebeurtenissen die
dagelijks, wekelijks, of in dit geval vierjaarlijks plaatsvinden op deze
aardkloot; u bent er, met andere woorden, ongetwijfeld van op de hoogte dat dit
jaar de Olympische Winterspelen plaatsvonden in de Russische badstad Sochi, een
plaatsje gelegen zowel aan de Zwarte Zee als aan de Kaukasus – de thuisbasis
voor de hoogste berg van geografisch Europa – en daarmee uitermate geschikt om
deze Spelen te ontvangen.
Onzin, lieve lezer. Met temperaturen rond de 20 graden in
februari is deze mooie stad uitermate ongeschikt om de Winterspelen te
organiseren. Er wordt echter gefluisterd dat de Russische president Putin er al
eens graag zijn welverdiende vakantie komt vieren. Ook zouden er enkele flinke
sommen geld van eigenaar zijn gewisseld tijdens het keuzeproces betreffende het
vinden van een geschikte stad voor de Spelen. Ook met de mensenrechten zat het
niet helemaal snor, in Sochi in het bijzonder en Rusland in het algemeen. Het
verbaast u niet, lieve, ontwikkelde lezer, dat er aan dit hele circus een
bepaald kwalijk geurtje zit.
Met deze redenering in het achterhoofd stapte ik, goed
voorbereid, het vliegtuig op. Aan dit welriekende feest gaat namelijk een hele
administratieve mallemolen vooraf. Terroristische aanslagen zijn nefast voor de
sfeer en sportiviteit en dus dient de identiteit van alle aanwezigen op voorhand
gekend zijn. Kwestie van explosieve en andere verrassingen te voorkomen. Dit
verklaart de idiote plastieken toeschouwerskaart die elke enthousiasteling daar
in Sochi rond z’n idiote nek had hangen.
Het eerste dat ik zag, turend door het kleine
vliegtuigraampje, was de zee. Herleest u even mijn eerste artikel over
Jaroslavl’ om te weten te komen wat de Volga met me deed. U kan zich
voorstellen wat voor effect de Zwarte Zee op mijn door Moskou fijngeknepen
zieltje had. Toen kwamen de bergen. Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik nog
nooit echte bergen had gezien. En dan maakt de mythische Kaukasus een diepe
indruk.
En toen zag ik dit:
Tja, welkom in Sochi.
Vervolgens gebeurde er iets geks. Mijn baggage kwam als
laatste van de band gerold en de hal van de luchthaven van Sochi (zelfs na de
verbouwingen nog niet voorzien op zo’n toestroom van vluchten uit de
hoofdsteden vol bemiddelde Russen en enthousiaste buitenlanders) was nagenoeg
leeg.
Op de oncomfortabele plastic stoel naast me lag een iPad. Er
was niemand in de buurt. U moet weten dat de gedachte om zulk een duur object
van iemand anders weg te nemen mij absurd toeschijnt. Dit komt niet in mij op.
Ik begaf me met de iPad naar de balie waar met een bordje “Lost&found”
stond aangegeven. Vanzelfsprekend sprak de dame geen Engels. Ze voerde me mee
naar een klein achterkamertje waar ze me streng toesprak dat: “Ik het me niet
in mijn hoofd moest halen zoiets te stelen.” Ik tekende een document en verliet
de luchthaven met het knagende gevoel in mijn maag dat ik iets verkeerd had
gedaan. Ik kon niet bedenken wat. De vriendelijke dame extra werk bezorgen?
De gratis trein voerde ons in een gezapig tempo van de het
treinstationnetje aan de luchthaven – opgetrokken voor de gelegenheid en
bewaakt door een heuse kozak – naar het centrum van Sochi.
Het mag gezegd worden dat dit stadje voorwaar charmant is en
doet denken aan Zuid-Europa. De prettige vakantiesfeer werd enigszins bedorven
door de hierboven reeds beschreven rijke Russen en enthousiaste buitenlanders,
olympische outfits aan, plastic identiteitsbewijs wapperend rond de nek. Luide
muziek, vrolijke vrijwilligers en oer-Russische bewaking maakten het plaatje
compleet.
Zonder veel moeite vonden we ons hostel (na een stevige
omweg te hebben gemaakt, dat dan weer wel), dat er precies uitzag zoals op de
foto’s: kleurrijk, gezellig, kleinschalig.
Dit fraaie hostel bleek een taalcentrum te zijn en we werden
per knaloranje sportauto – geen leugen- naar het eigenlijke hostel gebracht.
Dit hostel bleek eveneens voor de gelegenheid opgericht te zijn en was nog niet
helemaal klaar om gasten te kunnen ontvangen. U heeft ongetwijfeld gehoord van
de tientallen journalisten die in erbarmelijke omstandigheden terechtkwamen en
hun leed op allerhande sociale netwerksites deelden? Wel, in een gelijkaardige
situatie kwamen we terecht. Maar dan zonder de sociale media. Het hostel bleek
een stuk minder kleinschalig dan gedacht en scheen slechts over één douche te
beschikken (de andere drie waren nog in aanbouw). De douche beschikte dan weer
niet over warm water. Ik liet het niet aan mijn hart komen en besloot mijn haar
te gaan wassen, dat moet af en toe ook gebeuren, weet u wel. Viel, net toen ik
met mijn haar vol sop zat, de douchekop uit. Waterboarden, kent u dat? Gaat u
eens twee minuten op u knieën onder een stroom ijskoud water zitten. Dichterbij
komt u hopelijk nooit.
Maar niet getreurd, lieve lezer. Wij trokken de stad in.
Enkele sfeerbeelden:
De volgende dag trokken we naar het Olympisch Park, met een
lange tussenstop in Adler. We maakten het ons gemakkelijk op een halfverlaten
strandje aan het treinstation, dat we slechts kozen te verlaten toen een lichte
honger zich van ons meester begon te maken.
We genoten van de zon (ik verbrandde licht), bouwden
bouwsels met stenen en observeerden een samenscholing Russische vrijwilligers
die zich tijdens hun pauze te buiten gingen aan zich schaamteloos Russisch –lees:
een tikje onbezonnen- gedragen.
Na onze honger gestild te hebben met enige ‘verse’
pasteitjes zetten we onze tocht richting Olympisch Park verder per bus. Geen
aanrader. Blijkbaar hebben ze ook in Adler verkeer. Gelukkig waren we ruim op
tijd vertrokken.
Het Olympisch Park zelf is behoorlijk indrukwekkend. Voor
mijn medeleuvenaars: het heeft volgens mij dezelfde diameter als Leuven
centrum. De niet-Leuvense lezers moeten het daar ook maar mee doen. Het
Olympisch Park is in elk geval erg groot.
Enkele foto’s:
We waren naar Sochi afgezakt om de finale van het dames
ijshockey te zien (Canada – VS) en hoewel ik ‘sport kijken’ niet bepaald een
hobby van me zou noemen, vond ik dit hele gebeuren toch heel –euh-
indrukwekkend is geloof ik het juiste woord.
U kan de wedstrijd ongetwijfeld wel herbekijken, misschien
ziet u me wel ergens zitten. Het was in ieder geval erg spannend. Canada won.
Iets dat me erg verblijdde, sinds mijn reisgenote trots inwoner van Canada was.
De volgende ochtend was het tijd om koers te zetten naar de
luchthaven. Hoewel ik erg genoten heb van de wedstrijd, van de zon, de warmte
en van Sochi zelf, moet ik eerlijk toegeven dat ik na drie dagen zwaar genoeg
had van alle felle kleuren, het enthousiasme, de religieuze Amerikanen die je
bij MacDonalds een bijbels geïnspireerde pin toestoppen, de overdreven (?)
bewaking…
Laat mij maar weer lekker terugkeren naar de veilige, grijze,
anonieme, deprimerende hoofdstad.
Veel liefs uit Moskou,
Malaika